Op 4 mei 2011 overleed de rechtsfilosoof en ethicus Koen Raes in zijn woonplaats Gent. Hij was al geruime tijd ziek. Met hem verliest de Nederlandstalige rechtsfilosofie een markant, geëngageerd en rusteloos intellectueel, die zowel in het academische als maatschappelijke debat actief was.
Koen Raes werd geboren op 8 april 1954 te Gent. In 1983 promoveerde hij bij Jaap Kruithof op de moraalfilosofie van John Rawls (Het rechtvaardigheidsconcept van John Rawls: Een verkenning in de constructivistische ethisch-politieke wijsbegeerte). Raes doceerde aan de faculteit rechtsgeleerdheid van de Gentse universiteit. In 1997 werd hij benoemd tot voltijds hoogleraar. Tot aan zijn overlijden was hij verbonden aan de vakgroep Grondslagen en Geschiedenis van het Recht, met als specialisatie toegepaste filosofie en ethiek.
Als politiek geëngageerde student richtte hij het Gentse studentenblad Schamper op. Later was hij oprichter en hoofdredacteur van de tijdschriften Samenleving en Politiek en Ethiek en Maatschappij. Hij was daarnaast medewerker aan tal van wetenschappelijke en maatschappelijke verenigingen, raden, commissies en tijdschriften. Als rechtsfilosoof zal hij vooral herinnerd worden als een dwarse en veelzijdige denker. Hij verdedigde met verve het anti-essentialisme van denkers als Roberto Unger. Volgens Raes berust de grote eensgezindheid die over de meeste juridische leerstukken bestaat niet zozeer op intrinsieke, maar op sociale oorzaken (vgl. zijn ‘Onderbepaaldheid van het recht en onderbepaaldheid door het recht. Kritische theorie of kritische kritiek?’, Rechtstheorie & Rechtsfilosofie (1987) 3: 160-186). Dit laatste verklaart de aandacht die Raes tot aan het laatst had voor de ethische aspecten van het economisch denken en handelen dat zozeer bepalend is voor de sociale dimensie van ons bestaan.